Vloer- en wandverwarming

Vloer- en wandverwarming

Het grootste voordeel van vloerverwarming is dat de vloer van een ruimte gelijkmatig door middel van warmtestraling wordt verwarmd. Daardoor is er nagenoeg geen sprake van temperatuurgelaagdheid in de lucht en ontstaat er een zeer aangename warmte. Warmtepompen en vloerverwarming vormen een perfecte combinatie.

De aanvoertemperatuur van vloerverwarming (ca. 35 °C) is veel lager dan bij radiatoren (ca. 65°C). Dit betekent dat een warmtepomp veel minder moet werken om de gratis warmte op de benodigde temperatuur te brengen.

Met vloerverwarming kan de gewenste temperatuur ook lager ingesteld worden. Radiatoren zorgen namelijk voor plaatselijke warmte en doordat er een hogere watertemperatuur gebruikt wordt, zal de warmte sneller stijgen zodat er sprake is van temperatuurverschillen in dezelfde ruimte.

Een warmtepomp in combinatie met vloerverwarming kan niet enkel een gebouw verwarmen met een hoog comfort en rendement, maar ook koelen tijdens de zomer. Bij gebruik van vloerverwarming als hoofdverwarming zijn er geen radiatoren nodig en is er meer flexibiliteit bij de inrichting van de verschillende ruimtes. Er is ook minder stofverplaatsing.

Vloerverwarming systemen

Nat systeem

Bij het nat systeem wordt de verwarmingsbuis op de isolatie geplaatst en een dikke laag chape wordt rechtstreeks over de buizen gestort. Dit systeem wordt veruit het meest toegepast.

Hierbij stroomt er water door kunststof buizen met een diameter van 16-18 mm, waarvan het begin en einde op een collector worden aangesloten.

De buizen worden doorgaans in de vorm van een spiraal geplaatst zodat de heen- en retourleiding naast elkaar liggen voor een gelijkmatige warmte afgifte. In combinatie met een warmtepomp is het aan te raden om de buizen zeer dicht bijeen te leggen, namelijk op maximaal 10 cm afstand zodat de watertemperatuur en dus ook het verbruik zo laag mogelijk blijven.

De oppervlakte van een circuit vloerverwarming is sterk afhankelijk van de grootte van de ruimtes en afstand tot de collector, maar bedraagt meestal 7-10 m² bij een afstand van 10 cm tussen de buizen.

Het waterdebiet van elke kring kan manueel ingesteld worden aan de collector en zo kunnen er verschillende ruimtetemperaturen bekomen worden. Dit kan eventueel ook elektronisch gestuurd worden via zoneventielen met koppeling aan domotica of meerdere thermostaten.

Droog systeem

Bij het droog systeem vloerverwarming worden de buizen in de goten van voorgevormde isolatieplaten geplaatst. Daarboven wordt nog een afdekplaat gelegd voor een betere warmtegeleiding en pas dan wordt er chape gestort. De chape maakt dus geen rechtstreeks contact met de buizen, vandaar de benaming “droog systeem”.

De warmtegeleiding en –verspreiding zijn iets beter dan bij het nat systeem, maar de kostprijs ligt aanzienlijk hoger. Aangezien een warmtepomp een grote warmtebuffer nodig heeft, wordt er bijna altijd geopteerd voor een nat systeem met een dikke laag chape (8-9 cm). De chape vervult dan de rol van een buffervat.
De vereiste opbouwhoogte voor het droog systeem is veel lager omwille van de dunnere laag chape en daarom is deze vorm van vloerverwarming een goede oplossing bij renovatieprojecten waar de opbouwhoogte beperkt is.

Wandverwarming

Wandverwarming berust op hetzelfde principe als vloerverwarming, maar de buizen worden in de wand ingewerkt.

Wandverwarming is minder geschikt als hoofdverwarming, omdat de warmte niet voldoende het midden van de kamer bereikt. Er is tevens een beperking in de bruikbare oppervlakte.

Als bijverwarming in bijvoorbeeld een badkamer of doucheruimte is wandverwarming wel een goed alternatief.

Meer info nodig?

Onze mensen helpen u graag verder en beantwoorden al uw vragen over warmtepompen.